3. Circulair en Regionaal

Deel dit met je vrienden

Waarom het thema “circulair en regionaal”?

De circulaire economie heeft een brede belangstelling: consumenten bedrijven, innovatoren en ontwerpers, landelijke en regionale overheden, NGO’s en onderzoekers. De circulaire economie past bij een regionale ontwikkeling. Ook voor de landbouw is regionalisering een belangrijk alternatief voor de huidige trend van grootschalige productie voor de wereldmarkt. Met de bevordering van agro-ecologie worden ecologische doelen gerealiseerd en kan een bijdrage geleverd worden aan gezonder voedsel. Gezond voedsel is op zichzelf ook een belangrijk thema als het bijvoorbeeld gaat om voedselkwaliteit, bewerkingen van voedsel, gebruik (obesitas) en de herkomst van voedsel.

Ambassadeur Michel Bauwens over de duurzame, coöperatieve en open economie

Nu: lineair en wereldwijd

Een belangrijk deel van onze huidige economie is lineair. Dit patroon loopt van het delven van grondstoffen, naar productie, op transport naar de consument, gebruik en afdanken in de vorm van afval. We noemen dit ook wel de “take-make-dispose”-mentaliteit. Steeds meer mensen zien dat de wereldwijde voorraden niet voldoende zijn voor toekomstige generaties, maar we veranderen de aanpak niet snel genoeg. Om een beeld te krijgen van het probleem in z’n volle omvang, kun je deze grafiek van Armin Reller & Tom Graedel uit 2009 gebruiken. Tel het aantal ringen af tot je op 80 jaar zit (iets onder de gemiddelde levensverwachting in Nederland) en kijk welke grondstoffen er dan nog beschikbaar zijn in de bodem. Dat zijn er erg weinig.

Infographic by Armin Reller of the University of Augsburg and Tom Graedel of Yale University.

Als dit inzicht beschikbaar is in 2009, zou je verwachten dat we het verbruik van grondstoffen snel gaan verminderen. Een publicatie van het CBS uit 2020 laat zien dat we helaas nog in een groei van grondstofgebruik zitten.

“Tussen 1900 en 2015 is de wereldwijde hoeveelheid winning van grondstoffen gestegen van 6 miljard ton tot 84 miljard ton kilo per jaar. De verwachting is dat deze stijging zal doorzetten en dat de grondstofwinning tussen 2015 en 2050 nog eens met 119 procent zal toenemen, naar 184 miljard ton per jaar”

Om te zorgen dat er voldoende grondstoffen overblijven moeten we in een relatief korte periode van 15 tot 20 jaar werken aan een absolute ontkoppeling van onze economie. Zo kunnen we de uitputting en belasting van Aarde een halt toeroepen. Dat wil zeggen dat ondanks eventuele groei (die nog plaats moet vinden in ontwikkelingslanden) de totale milieubelasting afneemt.

Het kan ook anders

In de circulaire economie is sprake van voortdurend en maximaal hergebruik van grondstoffen. Dat betekent dat we vanaf de ontwerpfase moet kijken hoe die grondstoffen na gebruik weer hergebruikt kunnen worden. Daarbij moeten we ook zoeken naar een methode die het minst mogelijke energiegebruik kent. Meer reparatie en levensduur-verlenging hoort ook tot het circulair denken. Maar in het debat over de circulaire economie is er nog te weinig aandacht voor de maatschappelijke effecten van deze transitie. Het zijn naast nuttige lokale initiatieven toch erg vaak de multinationals die nu de circulaire economie zeggen vorm te geven, en daarbij vooral een technologische bril opzetten. De Ellen MacArthur Foundation is daarvan een mooi voorbeeld. Vrijwel alle grote mondiale ondernemingen zijn er lid van van. Circulair staat tegenover lineair. Lineair houdt in doorgaans in dat van periode op periode (bv. jaar op jaar) de productie zich ontwikkelt; liefst voor de producent in een steeds stijgende lijn. Zoals in onderstaand plaatje is weergegeven. Dat geeft een voortdurende herhaling van het gebruik van primaire grondstoffen die na productie gedumpt worden als (toxisch) afval. Dat afval wordt vervolgens verbrand of op kostbaar land opgeslagen.

Een van de recente mooiere voorbeelden van circulaire mogelijkheden is de ontwikkeling van een machine die hergebruik van beton mogelijk maakt. Bij de productie van cement komt heel veel CO2 vrij. Wereldwijd is de productie van cement verantwoordelijk voor 5% van de CO2 uitstoot. Circulair denken levert dus ook mogelijkheden op voor het verminderen van waardevernietiging.

Vanuit het circulair denken is voor de organisatie van de duurzame productie van goederen en diensten een heel scala aan mogelijkheden ontstaan. Het gaat daarbij om drie afzonderlijke aspecten. In de eerste plaats verandert de aard van het product steeds vaker in een dienst: in plaats van lampen koop je licht, waarbij het onderhoud voor rekening van de producent is. In plaats van eenvoudigweg een hoeveelheid vloerbedekking te kopen, zorgt een onderneming voor je vloer, aanleg, onderhoud en zo nodig vervanging. Het tweede aspect gaat over de organisatie. Het meest gebruikt wordt de coöperatie, maar daarnaast zijn er vele nieuwe vormen aan het ontstaan in de sfeer van sociale ondernemingen die niet winstmaximalisatie als doel hebben. Dat brengt ons bij het derde aspect – waardencreatie. De nieuwe duurzame ondernemingen hebben vaak meerdere vormen van waardenschepping. Naast waarden als sociaal beleid en winst zijn er nieuwe waarden die gerelateerd kunnen worden aan ecologie en duurzaamheid. Steeds vaker worden we er dan ook op gewezen dat de echte vernieuwing in de maatschappij niet voortkomt uit het scheppen van nieuwe technologie, maar uit het ontstaan van nieuwe, sociale mogelijkheden, waardoor mensen beter met elkaar samen kunnen werken en samen andere waarden creëren.

Regionale economie

Wanneer gesproken wordt over het bevorderen van de regionale economie dan passen twee opmerkingen vooraf: (1) Sommige producten kunnen door hun aard nu eenmaal niet goed regionaal gemaakt worden. De productie van machines waarmee chips gemaakt worden is wereldwijd in handen van drie ondernemingen, waaronder ASML. Het is (nog) niet goed denkbaar de productie van dergelijke complexe machines te regionaliseren. Van belang is aandacht te hebben voor de productie op de juiste schaal; een schaal waarbij de voordelen van regionale productie groter zijn dan de nadelen van grootschaliger productie. (2) Regio is een breed begrip. Meestal wordt uitgegaan van een gebied als de Randstad of de regio Maastricht, Aken, Luik. Daarnaast en daarbinnen zijn er ook interessante ontwikkelingsmogelijkheden voor kleinschaliger regio’s zoals de regio Rivierenland; een regio van 10 gemeenten in het gebied tussen Maas en Waal.

Uit de voordelen van regionaal produceren een opsomming van de belangrijkste:

  • Vermindering van (internationaal) transport en het daarmee samenhangende energieverbruik.
  • Betere mogelijkheden voor decentrale energieopwekking.
  • Grotere voedselautarkie.
  • Meer directe contacten tussen afnemers en producenten.
  • Meer transparantie in de productie- en voedselketens.
  • Het beter sluiten van mineralen- en afvalkringlopen.
  • Goede kansen voor systemen met complementaire munten.
  • Verminderde afhankelijkheid van transnationale ondernemingen en  grootbanken.
  • Meer aandacht voor de  regionale biodiversiteit en het eigen landschap.
  • Meer regionale sociale betrokkenheid en controle.
  • Grotere variatie aan producten op het land en het landschap als geheel.

Om deze voordelen te realiseren moet de focus op de regio gestimuleerd worden. De organisatie van regionale overleg- en of bestuursorganen is daarbij zeer behulpzaam. De omvorming van de regionale Structuurfondsen van de EU in deze richting kan daarvoor ook middelen verschaffen. Voor alles is van belang dat de mogelijkheden geagendeerd worden en dat het debat hierover gevoerd wordt. Daarbij moet er ook aandacht zijn voor de valkuilen zoals een te grote aandacht voor regionale solidariteit versus internationale solidariteit. Het zal een traject worden van veel experimenteren en leren van goede voorbeelden.

Agro-ecologie

De agrarische sector is ontspoord. De schaalgrootte neemt hand over hand toe terwijl de aanwijzingen dat de gangbare landbouwpraktijken immense schade toebrengen aan mens, natuur en milieu inmiddels niet meer te ontkennen zijn. Het gaat o.a. om schade door kunstmest en bestrijdingsmiddelen, ernstige bodemdegradatie, schade door de uitstoot van methaan, schade bij mensen door de verspreiding van fijn stof. Naast de te langzaam groeiende groep biologische boeren is er ruimte voor een andere benadering: agro-ecologie.

  • De groep Voedsel Anders definieert: ‘Agro-ecologie is zowel een ecologische als een sociale benadering van de landbouw. Het is een verzamelnaam van praktijken maar ook een wetenschap en een sociale beweging. Agro-ecologie zoekt manieren om lokale middelen, relaties en kennis in te zetten voor een weerbare en productieve landbouw’. De Brabantse Milieu Federatie heeft deze manier van landbouw als richtinggevend genomen en noemt de volgende principes:
  • ‘De draagkracht van de natuur staat centraal. Binnen de landbouw wordt maximaal gebruik gemaakt van natuurlijke processen.
  • De bedrijfsvoering is gericht op het sluiten van kringlopen, zorg voor water en bodem en het minimaliseren van externe input zoals kunstmest, antibiotica en voerimport.
  • Productie wordt geoptimaliseerd in plaats van gemaximaliseerd. Er wordt ook ingezet op het maximaliseren van de weerbaarheid van het systeem.
  • Er wordt actief gezocht naar verbinding met de maatschappij en betrokkenheid bij de omgeving. Dat betekent bijvoorbeeld transparantie naar buiten toe, werken met korte ketens (een korte weg tussen producent en consument) en het leveren en benutten van ecosysteemdiensten (zoals bijvoorbeeld wateropslag, luchtzuivering, vastlegging CO2, houtproductie, recreatie).
  • In tegenstelling tot de gangbare landbouw richt de agro-ecologische landbouw zich op een circulair systeemen niet op een lineair systeem. Het richt zich op herstel van relaties, zowel fysiek (zoals mineralenkringlopen) als maatschappelijk (zoals de wisselwerking tussen consument en producent)’.
  • Naast deze punten is ook de schaalgrootte van de percelen van belang. De toegenomen schaal heeft ertoe geleid dat slootjes, houtwallen en singels verdwenen zijn. Daardoor zijn er minder schuilplaatsen voor dieren en neemt de diversiteit van planten en dieren af. Het heeft geleid tot een soort treurlandschap, bestaande uit hectares grote percelen met vaak spiegelglad Engels raaigras of stinkende drijfmest waaruit 2,5 meter hoge maisvelden moeten groeien.
  • Boeren die het landschap goed beheren moeten daar voor beloond worden. Dat kan door beloning van ecosysteemdiensten. Deze diensten: waterberging, bloemrijke akkerranden, natuuronderhoud en recreatiemogelijkheden, moeten worden beloond. Daarnaast zouden er hogere productprijzen moeten komen voor biologische en/of agro-ecologische producten en  voorwaarden waaronder de BTW op producten van de agro-ecologie lager kan. Ook de huidige subsidies voor ‘end of the pipe’-oplossingen, zoals strontverwerking van de bio-industrie, kunnen beter gebruikt worden voor systeemoplossingen.

De landbouwtransitie op deze manier invullen vergt veel dialoog, overleg en polderen, maar het is noodzakelijk om deze stappen te zetten.  

Gezond voedsel

Het voedselaanbod in de meeste grote supermarkten is meer een industrieel product dan een primair product van land- en tuinbouw en veeteelt. Iedereen kent wel de serie E-nummers die op voedingsmiddelen staan en verder zijn er dan nog de vaak voorkomende ‘hulp’middelen als gistextract, lecithine, verdikkingsmiddelen en heel vaak ook soja en palmolie. Deze grondstoffen worden gerekend tot de conflictgrondstoffen omdat hiervoor gigantische hoeveelheden hectaren tropisch regenwoud gesloopt zijn. Verder zit er, naarmate voedsel verder bewerkt is tot kant-en-klaar product, veel te veel suiker (of zout) in. Het groeiende maatschappelijk probleem van obesitas wordt hier mede door bevorderd.

Omdat voedsel een onderdeel vormt van de global supply chains wordt er veel voedsel over de Aardbol rondgesjouwd. Onze rozen komen uit Kenia, onze vis uit Thailand, onze palmolie uit Indonesië en onze wijn uit Chili. Naast dit transport zijn ook voedselverpakkingen (voor het overgrote deel in plastics) een punt waaraan nog maar nauwelijks iets gedaan wordt.

De voedselindustrie is mede daardoor geconcentreerd bij een handvol grote concerns als Unilever en Nestlé. De supermarkten kennen eenzelfde oligopolie-achtige (een heel beperkt aantal aanbieders) marktstructuur. Door deze twee marktconcentraties is het uitermate moeilijk om kleinschaliger te produceren en te consumeren. Ook de land- en tuinbouw zit volkomen in de tang van deze grote afnemers. De kwaliteit van de zogenoemde ‘versproducten’ wordt er natuurlijk ook niet beter op als fruit onrijp geplukt wordt omdat het over grote afstanden vervoerd moet worden.

Dit alles is ook een pleidooi voor veel meer regionaal produceren en consumeren. Als dat ten koste gaat van de beschikbaarheid van aardbeien en druiven in januari, dan moeten we er maar aan wennen om ook voor voedsel weer meer met de eigen seizoenen mee te leven.

Een aparte vermelding is nodig voor de vleesconsumptie. Vleesconsumptie is verantwoordelijk voor zo’n 50% van de milieu-impact (met name klimaatontwrichting) van ons voedsel. Veel vlees eten verhoogt ook de kans op kanker.

Kortom een suikertax, een vleestax en een lager BTW-tarief voor regionaal geproduceerd voedsel zijn goede en voor de hand liggende maatregelen.

Voorbeelden in de praktijk

Sustainability Lab

De discussie over een circulaire economie gaat tot nu toe vooral over de theorie: hoe zou een circulaire economie er idealiter moeten uitzien. Te weinig aandacht is er nog voor de praktijk: hoe kunnen we de circulaire economie realiseren? Tegen deze achtergrond is USI in 2013 gestart met een serie van Circular Economy Labs. De labs bieden betrokken partijen per sector of productketen de gelegenheid om te debatteren over concrete knelpunten en gezamenlijk acties te formuleren om deze op te lossen met als doel de circulaire economie in de praktijk tot stand te brengen en te versnellen.

Madaster

Madaster is het kadaster voor materialen. Grondstoffen zijn schaars maar gelimiteerd en moeten om die reden goed worden gedocumenteerd zodat zij ongelimiteerd beschikbaar blijven. Met behulp van het materialenpaspoort krijgen materialen een identiteit, waardoor ze nooit meer in de anonimiteit als afval kunnen verdwijnen. Madaster fungeert als bibliotheek en generator voor materialenpaspoorten. Een onafhankelijk platform voor iedereen toegankelijk: particulieren, bedrijven en overheden. Madaster wordt ontwikkeld onder toezicht van de Madaster Foundation.

Voedsel Anders

Het Voedsel Anders netwerk is in 2012 gestart om de beweging te versterken van mensen in Nederland en Vlaanderen die een ander systeem van voedsel en landbouw willen. Onze kernbegrippen zijn: eerlijke prijzen voor de producent, gezond en lekker eten, samenwerken met de natuur, beperken van de macht en invloed van de grote agrochemische bedrijven, korte ketens, rechtvaardige handel, toegang tot grond en zeggenschap van producent en burger over het voedsel.

Boek: Circulaire Economie

Als we een gezonde, houdbare economie willen die de eigen voedingsbodem intact laat, dan moet het economisch systeem flink op de schop. Vooral de kloof tussen producent en consument, die na anderhalve eeuw oliegedreven globalisering flink is gegroeid, zal de komende decennia kleiner moeten.

De circulaire economie kan daarbij een uitstekend model zijn. Daarbij is uitdrukkelijk inspiratie nodig uit alle hoeken van de samenleving. Schouten was lid van het platform DSE en analyseert in dit boek de verschillende aspecten en mogelijkheden van de circulaire economie. Hij bepleit een fundamentele vergroening van de economie met nieuwe rollen voor de overheid, bedrijven en individuen.

Case studies EMF

De Ellen MacArthur Foundation is in 2010 opgericht om de transitie naar een circulaire economie te versnellen. Sinds de oprichting is de liefdadigheidsinstelling uitgegroeid tot een wereldwijde “thought-leader”, waarbij de circulaire economie op de agenda staat van besluitvormers in het bedrijfsleven, de overheid en de academische wereld.

Governments going Circular

In 2015 verscheen het Engelstalige rapport over “Overheden die circulair gaan” van De Groene Zaak. Wereldwijd is een groeiend aantal bedrijven begonnen met het ontwikkelen en toepassen van circulaire bedrijfsmodellen. Overheden hebben ook goede redenen om te handelen: circulaire economie versterkt de economie door te besparen op waardevolle hulpbronnen, stimuleert innovatie en biedt de belofte van miljoenen nieuwe banen. We nodigen alle overheden uit om hier inspiratie op te doen en ook hun succesverhalen toe te voegen om de transitie naar circulariteit te helpen bevorderen.

Duurzaam circulair geld

United Economy is een duurzaam handelsnetwerk. Voor gelijkgestemde bedrijven die elkaar sterker maken en graag onderling groen zakendoen. Bovendien maakt United Economy de economie als geheel socialer, groener, eerlijker en veerkrachtiger. We betalen elkaar met onze onderlinge munt, de United: een zuiver ruilmiddel, zonder rente en speculatie. Een munt die steeds wordt uitgegeven aan producten en diensten van de deelnemende waardengedreven bedrijven.

Door de kracht van ons netwerk én de circulaire munt versterken we onze economie en elkaar!


Deze organisaties zijn actief met dit thema

Transitie Coalitie Voedsel is een coalitie van Nederlandse koplopers in de wereld van Landbouw, voedsel, natuur en gezondheid. Ze helpen bedrijven, organisaties en projecten om zo snel mogelijk naar de volgende fase van de transitie over te gaan.

Platform DSE (Duurzame en Solidaire Economie) zet zich in voor een rechtvaardige en dienstbare economie die in balans is met het natuurlijk vermogen van de Aarde. Vanuit een mondiale invalshoek richt het platform zich op de Nederlandse economie en samenleving.

De visie van Milieudefensie:
Er is maar 1 aarde. Daar zijn we allemaal van afhankelijk. De miljarden mensen die nu leven en de generaties die na ons komen. Daarom moeten we zuinig zijn op die ene aarde. En de rijkdommen van de aarde eerlijk delen met alle mensen. Niet alleen de mensen die nu leven, maar ook de mensen die nog geboren moeten worden.

Our New Economy (ONE) wil een economie die goede levens voor alle mensen binnen de ecologische grenzen van de Aarde realiseert. Om dit te bereiken ontwikkelt ONE met denkers en ondernemers theorieën en praktijken die aantonen dat het echt anders kan.


Thema Circulair in 2015

In 2015 schreef John Huige van het platformDSE de tekst voor dit thema.


Deel dit met je vrienden