Winnen en verliezen

26 oktober 2018
Deel dit met je vrienden

“Wedstrijdje doen?”

“Ja, wat kan ik winnen?”

Je kunt altijd wel iets winnen of … verliezen. Zo werkt het op het spelbord, maar ook in het echte leven. Toch duikt het idee van competitie overal op. En dat is een probleem.

“Je gaat het pas zien, als je het doorhebt”
Johan Cruijff

Waarom is het een probleem? Het is toch leuk om te winnen? Oké, misschien niet om te verliezen, maar je moet toch een beetje tegen je verlies kunnen? Het is leuk om samen een avond te monopolyen of een paar potjes te klaverjassen met vrienden. Maar ik bedoel niet het kaartspel, maar het echte leven.

Winnen heeft in het echte leven disproportionele voordelen ten opzichte van verliezen. Zien we dat wel helder? En de spelregels beslissen vaak in het voordeel van de winnaars. Hebben we dat wel door? Het wordt tijd om de spelregels te gaan veranderen. Daar zit de echte winst.

Winnaars veroorzaken Verliezers

Waarom is competitie een probleem? Daarvoor moeten we kijken naar hoe je kunt winnen en wat de kans is om in de volgende ronde weer te winnen. De vraag is of het leuk is om te blijven spelen. Klaverjassen wordt snel ongezellig als iemand de kaarten niet eerlijk schudt. Valsspelen vinden we niet leuk. Hoe zit het dan met oneerlijke regels?

Stel je voor dat de winnaar van het eerste potje klaverjassen alvast de eerste 5 kaarten voor het volgende potje mag uitkiezen, of als de winnaar van monopoly bij het volgende spel alvast 8 straten naar keuze krijgt. Blijft dat een leuk spel? Hoeveel keer ben jij als verliezer dan bereid om nog een potje mee te doen en – zeer waarschijnlijk – weer te verliezen? Ik schat in dat het geen populaire spelregels zullen worden, dus we kiezen andere regels. Hoe lastig is dat in het echte leven …

Verliezen en doorspelen

In het echte leven zul je wel moeten doorspelen. En dan valt op dat de “spelregels” niet erg uitnodigend zijn. Je kunt verliezen door pure pech of omdat je een kans liet lopen. Vervolgens blijven de spelregels zich tegen je keren, keihard. Ik geef je een paar voorbeelden van ‘verliezen’ in het levensspel of maatschappelijke tendensen die ‘verliezers’ opleveren:

  • Zijn je ouders gescheiden toen je 12 was? Dan is er een grotere kans dat de schoolresultaten tegenvallen en een grotere kans dat je daardoor langer over je school doet, lagere cijfers haalt of een stapje terug moet. Dit heeft ook weer consequenties voor je latere baankansen, je inkomen en je pensioen.
  • In dezelfde categorie vallen de mensen die hun baan verliezen tijdens een reorganisatie. Was je op dat moment 45-plusser? Dan zit je in de zogenaamde pechgroep en zijn je kansen op de arbeidsmarkt aanzienlijk kleiner. Een gebeurtenis als de financiële crisis van 2008 zette in sommige Europese landen zomaar 10% van de werkende bevolking op straat. Deze mensen hebben geen bijzonder aandeel in het veroorzaken van de crisis. Het zijn toevallige verliezers.
  • Of kijk eens naar de pakketbezorgende ZZP-er die tegenwoordig per poststuk wordt betaald (hiervoor zou je ook de term schrijnzelfstandige kunnen gebruiken). Door zware concurrentie tussen verschillende pakketbezorgers blijft er continu druk op de prijzen. En hoewel de topvrouw bij PostNL ook wel eens wat minder salaris ontvangt, zien we de druk van deze concurrentiestrijd toch vooral toenemen op het niveau van de bezorgers. Maar goed, binnenkort worden jouw verjaardagskaartjes misschien wel door de pizzakoerier bezorgd. Of bezorgt de pakketbezorger wellicht pizza’s …
  • Mocht je door een noodlottige samenloop van omstandigheden gehandicapt worden, of ben je met een beperking geboren, dan is het leven niet altijd makkelijk. De winnaars vinden jou lastig. Je kunt niet altijd ‘gezellig meedoen’ en om jou toch aan een baan te helpen, moet er van alles worden geregeld. Het is dan pijnlijk dat er wordt besloten dat de werkende gehandicapten (die dat willen) niet meer naar de sociale werkplaats kunnen. En dan heb ik het nog niet over populistische maatregelen als het verlagen van het minimumloon voor gehandicapten; de laatste stap voordat je mensen echt uitstoot. Het is terecht dat dit plan van tafel is, maar de teerling is geworpen.
  • Ben je door pech of foute vrienden al op het slechte pad? Dan kun je nog eens extra verliezen als je in de verkeerde wijk woont. Het (afgeschoten) voorstel was een idee om de probleemwijk-crimineel harder te straffen. En we zijn ook in Nederland al aan het zoeken naar publiek-private-samenwerking in het gevangeniswezen. Opsluiten als verdienmodel. In Amerika is de CCA (de grootste private partij in het gevangeniswezen) al zover dat ze verkiezingscampagnes sponsort. Geld verdienen aan mensen achter de tralies is daar een businessmodel. Het kost weinig verbeeldingskracht om te bedenken wat dit op lange termijn betekent voor ons rechtssysteem. De eerste barsten in een rechtvaardig systeem ontstaan als de verliezers geen toegang meer hebben tot rechtshulp of een advocaat. Daar worden ook in Nederland de eerste stappen toe gezet.
  • De laatste stap is om de verliezers volledig buiten te sluiten. Bijvoorbeeld door het onmogelijk te maken om een stem uit te brengen bij de verkiezingen. In Nederland wordt dit volgens mij nog niet toegepast, maar het is een logisch vervolg op het voorgaande.
  • En het gaat niet alleen om mensen. Vooral in de flora en fauna vinden we veel verliezers. Volgens de IUCN wordt inmiddels ruim een kwart van de onderzochte soorten bedreigd in het voortbestaan. Je bent al helemaal een verliezer als je niet tot de aaibare soort behoort. De duidelijke winnaars zijn mensen met hun fantasieën over groeiende economieën.
  • Zelfs het voortbestaan van alles wat leeft staat onder druk door verandering van het klimaat. Het is schokkend dat onze regering vooral bedenkt dat dit een uitgelezen kans is voor het maken van meer winst met Nederlandse expertise op het gebied van watermanagement. Moeten we zelfs vrezen dat er een Nederlandse businesscase is voor versnelde klimaatverandering?

Je ziet hier een overlap met de problemen die Kate Raworth ook schets in haar boek Donut Economie. Het spel van winnen en verliezen resulteert in het overschrijden van ecologische grenzen door winnaars en tegelijk vallen mensen onder een minimumbestaansgrens.

The winner takes it all

Het werkt ook de andere kant op: als je wint, wordt de kans steeds groter dat je het nóg verder kunt schoppen. Mooie voorbeelden lees je in het boek Outliers van Malcolm Gladwell. Hij begint zijn boek met de observatie dat de beste Canadese ijshockeyers bijna allemaal in de eerste maanden van het jaar jarig zijn. De reden is simpel: er wordt per kalenderjaar geselecteerd in de jeugdteams. Kinderen die in januari of februari geboren zijn, hebben op jongere leeftijd fysiek een voorsprong op leeftijdgenoten die later in het jaar zijn geboren. De selectie krijgt vervolgens extra aandacht en training en voilá, daar ontstaat een ijshockey-elite.

Als het niet over ijshockey gaat, maar over het vermogensbezit, dan legt Thomas Piketty haarfijn uit dat de rijkste mensen veel makkelijker extra vermogen opbouwen. Hij waarschuwde ook al dat groeiende ongelijkheid niet goed samengaat met democratie. En dat weten inmiddels alle Nederlanders sinds één van Nederlands best verdienende CEO’s (Polman verdiende tussen 2009 en 2017 zo’n kleine 70 miljoen euro) onze premier voor zijn karretjes wist te spannen rondom de dividendbelasting. Menig MKB-er of ZZP-er zou dolgraag eens 5 minuten in gesprek komen met Rutte, maar vaak komen ze niet verder dan een gezamenlijke sessie met een staatssecretaris, ook leuk, maar het heeft toch niet dezelfde zichtbaarheid en… invloed. Het zijn juist de winnaars, als Polman of een paar jaar terug Bill Gates, die hier – met afstand – het beste van weten te profiteren.

En profiteren, dat kunnen de winnaars goed. In 2017 werden de 2158 miljardairs van de wereld met elkaar 20% rijker! En met hun gezamenlijke vermogen van ongeveer 7.700.000.000.000 dollar heeft deze kleine groep mensen meer invloed dan we vanuit democratisch oogpunt willen. Die invloed wenden ze ook aan om de spelregels in hun voordeel aan te passen of zelfs de spelregels geheel te negeren. Als je dat niet ziet, kan ik je een abonnement op FTM aanbevelen.

De markt doet haar ding (slecht)

Een centraal thema in het kapitalistische denken is het verdelen van schaarse middelen en diensten via het prijsmechanisme van de markt. En waar iets te verdelen valt, vinden we winnaars en verliezers. En dat kapitalisme zit ons zo vertrouwd tussen de oren, dat we het amper doorhebben. En dan zie je het niet. De media bericht over handel, consumptie en voortdurende groei. We lezen minder over de verliezers zoals werklozen of faillissementen. Behalve als het toevallig een ziekenhuis betreft, blijven het meestal anonieme begrippen. En dat geldt zeker als het gaat over mensen of natuur buiten onze eigen landgrenzen. Bijvoorbeeld door het opkopen van landbouwgrond in ontwikkelingslanden (beter bekend als landgrabbing door welvarende landen en investeerders zoals pensioenfondsen), waarbij de lokale bevolking toegang tot het land wordt ontzegd. Vaak worden oorspronkelijke bewoners met geweld van hun land verdreven. Ze verliezen echt alles.

Maar ook dichter bij huis zien we problemen van competitie. In de Social Media lezen we met grote regelmaat bij informatie over vluchtelingen (dat zijn bijvoorbeeld die mensen die van hun land zijn verjaagd) dat de verzorging van Nederlandse bejaarden/gehandicapten/daklozen/…[andere niet winnaars] ook te wensen overlaat. Op Twitter of Faceboook verschijnen berichten van boze mensen: “Asielzoekers hebben tegenwoordig meer rechten dan onze bejaarden, het is om te janken!” Men ziet dat de verdeling van schaarse middelen niet goed loopt. Het is goed om daar wat langer bij stil te staan.

Er woedt nu bijvoorbeeld discussie over het toewijzen van huurwoningen aan statushouders. Als het om de beschikbare schaarse woning gaat wordt aan ons continu de keuze voorgelegd tussen de gescheiden-moeder-met-kinderen (Huh? Waar is de vader gebleven?) of de statushouder-uit-het-AZC (het gaat uiteraard niet over expats, dat zijn winnaars). De verliezers worden in deze ‘markt’ tegenover elkaar gezet. Of beter gezegd: in dit marktsegment. Want het rijtje (!) villa’s vanaf 1.100.000 euro v.o.n. in dezelfde gemeente blijft in de discussie geheel buiten beeld. In de villa’s komen de winnaars te wonen. We zien het niet – dus we hebben het niet door.

En er is meer dan een markt

In haar boek legt Saskia Sassen uit dat globalisering, economisch denken en maatschappelijke spelregels het logisch maken dat onze samenleving steeds meer van deze verliezers uitstoot – en dat is gelijk de titel van het boek: Uitstoting. Een paar van de voorbeeld die ik hierboven aanhaal zijn daaraan ontleend. Als het systeem steeds meer mensen, natuur en de Aarde zelf uitstoot wordt de wereld van de winnaars steeds kleiner. Dit spel is dus eindig – en wordt grimmiger naarmate we verder in het spel vorderen.

En als je de conclusies uit het meest recente IPCC rapport bestudeert, weet je dat de huidige generatie het meeste heeft geprofiteerd en dat alle volgende generaties zullen verliezen; klimaatschade, mitigatiekosten en een vervuilde en minder diverse leefomgeving. Kortom, er is nu een kleine groep die maximaal profiteert en een snel groeiende groep verliezers, waarvan er een toenemend aantal letterlijk wordt uitgestoten; ze spelen niet meer mee, maar zitten aan de kant.

Stoppen met dit spel

Hoe kunnen we stoppen met een spel waarvan de spelregels slecht en onrechtvaardig zijn? Allereerst moeten we ons beseffen dat het gaat om spelregels. Ook al hebben ze indrukwekkende namen, zoals sturen op groei van het BNP of het inrichten van Investor-State Dispute Settlements, het zijn spelregels en geen natuurwetten. Als we die spelregels wat minder serieus nemen, wordt het voor meer mensen leuk om mee te spelen. De grootste uitdaging is om de intentie van het spel te veranderen: van ‘winnen’ naar ‘blijven spelen’. Dit is precies wat Niki Harré bepleit in haar boek The Infinite Game. Het is een boek waar je wel even rustig voor moet zitten want het zet je denken over de wereld op z’n kop.

“I can be powerful only by not playing, by showing that the game is over” ~ Niki Harré

Je kunt macht uitoefenen door niet meer aan het spelletje mee te doen. Door een ander spel te gaan spelen. Dat is precies de macht die Joanne Macy en Chris Johnstone beschrijven in het boek Actieve Hoop. Ook al heb jij als individu meestal niet de macht óver de systemen om ze te veranderen, je hebt altijd macht om zelf onderdeel te zijn van de beweging die je voor ogen hebt. Het besluit om het eindige spel voortaan niet meer zo zwaar te nemen, kun je op ieder moment nemen. Oneindige spelers weerhouden andere spelers niet van acties, maar ze initiëren zelf acties waarmee anderen in staat zijn om ook weer deel te nemen aan het eindeloze spel.

Wat kunnen we doen?

Goed, dat was een bijna filosofische uitleg over winnen en verliezen, over het veranderen van de spelregels, en dan …? Kunnen we loskomen van de competitiedwang, waar Alfi Kohn in 1986 al tegen pleitte met het boek No Contest?

We kunnen niet zomaar aankloppen bij onze regering met het verzoek de spelregels te veranderen. Ik zou ook niet eenvoudig kunnen schetsen wat de nieuwe regels moeten worden. Tegelijk zie je dat veel mensen in beweging zijn en dat de transitie al plaatsvindt. Dat is niet dankzij overheidsingrijpen, maar omdat mensen zelf in beweging komen. Mensen die authentiek zijn en in hun eigen omgeving actie ondernemen waarbij ze soms amper zichtbaar zijn en een andere keer een grote groep mensen op sleeptouw nemen.

Het zijn die mensen en hun ideeën die we op deze website van De Grote Transitie duidelijk een plaats willen geven. We willen iedereen daarmee inspireren tot radicale coöperatie. Want als er één ding is dat ons de competitie doet vergeten, dan is het intens samenwerken. En dit is niet nieuw, de natuur is ons grote voorbeeld. Samenwerking heeft de mensheid gebracht waar we nu zijn: van een club jager-verzamelaars tot een complexe samenleving. Dezelfde radicale samenwerking kan zomaar het middel zijn om ons uit deze economische en ecologische crisis te redden. Dat wordt een Grote Transitie en het wordt tijd dat we dat gaan zien.

Verschillende thema’s uit dit artikel komen ook terug in de workshop Inspirator Nieuwe Economie op 23 november a.s.


Auteur: Maarten Nijman is projectleider bij Our New Economy. Hij geeft op 17 november ook een korte presentatie over dit onderwerp bij het TT Treffen in Olst.


Deel dit met je vrienden