Over de hele wereld werken burgers, bedrijven, overheidsinstellingen en maatschappelijke organisaties om aan een of meerdere Sustainable Development Goals (SDG’s) bij te dragen.
Deze zeventien doelen zijn afgesproken door de bij de VN aangesloten landen, waaronder Nederland. De doelen zijn gericht op een betere wereld in 2030 en ze dienen het welzijn van alle mensen en de gezondheid van de planeet. De doelen zijn tot stand gekomen op basis van wereldwijde inbreng van organisaties en individuen. Sinds 2018 worden alle doelen gemeten.
De SDG’s en de thema’s van De Grote Transitie
Veel thema’s van De Grote Transitie vertonen een overlap met de SDG’s en wij vinden het relevant om te laten zien aan welke SDG’s de diverse thema’s van de De Grote Transitie bijdragen.
Thema’s voor een Grote Transitie
1. Ongelijkheid in inkomen en vermogen.
Ongelijkheid in inkomen en vermogen hangt natuurlijk sterk samen met SDG 10. Maar je kunt ook zeggen dat het verminderen van de ongelijkheid zoals we dat bij het thema beschrijven ook bijdraagt aan het wegwerken van armoede en (daardoor) geen honger. Door welvaart eerlijker te delen wordt de toegang tot gezondheidszorg en onderwijs ook beter voor mensen die nu een achterstand hebben. Het mag daarbij niet uitmaken of je vrouw bent of man. De kansen op een (betaalde) baan verbeteren daardoor ook en er ontstaat een goede basis voor stabiele gemeenschappen door eerlijker te delen. De exorbitante consumptie zal verminderen, maar met de belastingopbrengsten kunnen de publieke diensten worden versterkt.
2. Werk en inkomen in de 21ste eeuw.
Een betaalde baan, met een salaris om in het onderhoud te voorzien leidt ook tot het terugdringen van armoede en daarmee tot minder honger. De toegang tot goede gezondheidszorg en goed onderwijs wordt beter. Er zijn meer (goed opgeleide) arbeidskrachten voor innovatie en duurzame productie.
3. Naar een circulaire, regionale economie.
Circulaire ontwikkelingen dragen juist in steden bij aan een duurzame ontwikkeling. De lokale gemeenschappen worden veerkrachtiger en er ontstaat een innovatieve lokale industrie en infrastructuur die duurzamer is en direct bijdraagt aan een beter klimaat.
4. Herontwerp van het belastingstelsel.
Een juiste belasting – van arbeid naar gebruik – resulteert in minder ongelijkheid en meer financiële middelen voor publieke diensten. Het vergroot ook de bereidheid van een breed publiek om duurzame doelstellingen na te streven.
5. Beter meten van welvaart.
Als we minder focussen op het BBP als (enige) indicator voor welvaart ontstaat een set aan indicatoren waarmee we sturen op het welzijn van mensen met gezondheid, vrede, veiligheid en duurzaamheid als doel.
6. Realiseren van 100% duurzame energie in 2030.
Duurzame energie is bereikbaar als deze voor iedereen betaalbaar is. We zullen gaan innoveren en steden en dorpen verduurzamen voor een beter klimaat.
7. Armoede de wereld uit
Dit is letterlijk de eerste SDG. Zoals het thema gedefinieerd is zien we ook bijdragen aan het terugdringen van honger, het verbeteren van zorg en onderwijs. Ook pleiten we voor een eerlijke kans in de wereld: het moet niet uitmaken waar je wieg staat of van welk geslacht je bent.
8. Een eerlijk geldstelsel
Geld moet van doel tot middel worden en daarmee ontstaat een heel nieuw perspectief op (de noodzaak) van groei. Nieuwe initiatieven voor mondiaal, landelijk en lokaal geld leiden tot duurzame innovatie en maken het mogelijk om gelijkheid te bevorderen. Immers geld verdienen met geld is niet meer vanzelfsprekend.
9. Goed, democratisch bestuur.
Nu heb je veel invloed op de macht met behulp van geld. Met een transparant bestuur en goed toezicht dringen we de lobby van multinationals en superrijken terug. Daardoor ontstaan veel kansen om ongelijkheid te verminderen en betere publieke diensten te ontwikkelen.
10. Vernieuw het economieonderwijs
Vernieuwing begint aan de basis. Zonder nieuwe kennis en inzichten blijven we doorgaan op de gebaande paden. Dus nieuw (economie) onderwijs is een voorwaarde om nieuwe doelstellingen te bereiken.