Niet het kapitalisme, dat zoveel welvaart heeft gebracht, vervangen maar zijn gebrek aanpakken: de sociale onzekerheid (Coen Teulings, NRC O&D 15 dec.). Die welvaart was vooral te danken aan de uitbreiding van de geldcirculatie door de enorme toename van de bancaire kredietverlening. Zo’n uitbreiding was overigens ook wat Keynes beoogde met het opvoeren van de overheidsbestedingen in tijden van recessie.
De blinde vlek bij traditionele economen betreft een ander aspect van het geldsysteem, namelijk de algemeen verwachte vermeerdering van geld. Het ruilmiddel dat als marktgoed zichzelf als prijs heeft, de dominante en zeer mobiele productiefactor is geworden en, in een vrije markt, voortdurend op zoek is naar de hoogste opbrengst. Aldus komen er, na de aanvankelijke positieve ontwikkeling, lelijke dissonanten. Eerst kan bijvoorbeeld het verzorgende ‘Rijnlandse’ model van het kapitalisme worden opgetuigd. Maar de druk van het geld-moet-groeien zorgt voor groeidwang en aldus voor productiedwang, die weer noodzaakt tot verbruiken, consumeren. Deze dwang vernietigt telkens het bereikte optimale door de druk tot voortdurende maximalisering. Zo zien we nu dan ook het Rijnlandse model het afleggen tegen het direct door de geldknoet opgejaagde en daardoor ruwere Anglo-Amerikaanse model. Daar zit geen ideologie van de Thatchers en Reagans achter maar gewoon de groeidruk vanuit de vaak zeer groot en totalitair geworden geldaccumulaties. Alles en iedereen is de gevangene van het totalitaire geld en de groeidwang geworden, compleet met een mentaal groei-moet syndroom en het neoliberale verhaal er op geplakt.
Maar een tegeltje aan de grootouderlijke wand zei het al: “Alle te is verkeerd.” (Waarop wij kinderen reageerden met: behalve tévreden en téhuis.) Het is een wijsheid die haaks staat op een groei-economie maar algemeen omhelsd wordt: C’est le trop qui nuit en You can have too much of a good thing. Het geldt voor alles, van globalisering en kredietverlening tot mobiliteit en arbeidsdeling.
Een zeer lelijke dissonant van de doorgroei, die ik niet zag in het betoog van Teulings, is de rampzalige aantasting van ons ecologische huis, over miljoenen jaren zo gevormd dat ook wij primaten er in terecht konden (mede dankzij het wegbergen van koolstof in de bodem!) en draagvlak van elke economie. De technische aanpak, voorgestaan door bijvoorbeeld groen-rechts, zal niet helpen, kan zelfs averechts uitpakken. De huidige omvang van de globalisering is niet vol te houden, ecologisch niet en voor wat betreft de verschraling van de lokale bedrijvigheid overal door de agrarische en industriële cashcrops van elders. Hierdoor worden massa’s mensen aan de kant gezet. Alleen drastische kalmering van de economie en versobering van onze levenswijze zal helpen. Het geldsysteem temmen, minder mobiel maken en ombuigen van meester tot dienaar zal voor een grote opluchting zorgen, een algemene verademing, niet in het minst voor het bedrijfsleven. Hoopvol is de aandacht die ervoor ontstaan is sinds de financiële crisis van 2008, bijvoorbeeld inzake de geldschepping via kredietverlening. Met meer overheidssturing kan deze sterk gericht worden op het algemene belang. Ook Teulings wil meer overheidssturing voor wat betreft herstel van de sociale zekerheid, maar dat lukt niet zonder beteugeling van het huidige geldsysteem.
Onze druk op de planeet moet drastisch verminderd worden. En wel overal door een lokaal gestoelde en import vervangende basiseconomie van ‘moestuinderijen, ambachten en lichte industrie’ zoals de vooruitkijkende Rus Peter Kropotkin begin vorige eeuw aanbeval. In handen van de bewoners zelf en op menselijke schaal, zodat iedereen kan deelnemen. Utopisch? Wel nee. Overal in de wereld nog de gewone situatie buiten de grote steden en nu overal opkomend waar de nood of het verstand aan de mens komt. Voor ons hier zal de verrijkende compensatie voor de materiële versobering te vinden zijn, behalve in een gezondere leefomgeving, in onze culturele en geestelijke ontwikkeling. En in de gang van minder privé naar meer publiek en van minder ‘ik’ naar meer ‘wij’. Het kwijt raken van de knoet van de gelddruk en de groeidwang zullen we ervaren als een enorme bevrijding.
Willem Hoogendijk
Stichting Aarde