Om van A naar B te komen zijn er in Nederland veel verschillende mogelijkheden. Je kunt de deur uitlopen en al wandelend je bestemming bereiken. Maar dat is, hoewel we in een klein land leven, niet de meest gebruikte en ook niet altijd de snelste manier om ergens te komen. Meer dan 70% van de kilometers leggen Nederlanders af per auto (cijfers: CBS). Auto’s zorgen daarbij voor uitstoot van broeikasgassen en fijnstof. We moeten naar minder uitstoot, maar de trend is opwaarts. Toch kunnen we niet zonder auto’s, want de eigen auto is zo lekker efficiënt. Maar is de auto eigenlijk wel de snelste manier om van A naar B te komen?
Veel mensen verwachten dat de auto ons altijd het snelste van A naar B brengt. En als het al niet ‘altijd’ is, dan in ieder geval voor het gemiddeld aantal ritten per jaar. Toch vroegen wij ons af of de feiten daar het bewijs voor leveren. En op basis van alleen de reisafstand en gemiddelde snelheid lijkt het wel zo te zijn. Meestal bekijken we bij De Grote Transitie onderwerpen op macro economisch niveau, maar nu verruilen we het eens voor de micro economisch bril. Arie Meijboom kwam met wat meer cijfers. Toen we daarmee gingen rekenen kwamen we tot een onthutsende conclusie.
Hoeveel uren ben je bezig om van A naar B te komen?
De eerste cijfers die we gebruiken zijn die van de directe reistijd. Om een redelijke vergelijking tussen een aantal verschillende vervoersmiddelen te maken, heeft Arie eerst gekeken hoeveel wij Nederlanders gemiddeld met onze auto reizen. Volgens de Autorai betreft het 13.000 kilometer op jaarbasis. Je kunt dan eenvoudig voor deze gemiddelde afstand bepalen hoeveel uur je daarover rijdt. Als we uitgaan van zo’n 40 kilometer per uur (dat is niet heel snel, maar veel van deze kilometers worden in de spits en binnen de bebouwde kom gereden en dan hebben we het nog niet over de tijd die verloren gaat aan het zoeken naar parkeerruimte).
Een automobilist doet over die afstand ongeveer 325 uur. Je verwacht dat een fietser, zelf als deze fit is, toch al snel de dubbele tijd kwijt is; bij gemiddeld 20 kilometer per uur kost het zéker 650 uur per jaar. Maar er zijn meer verschillen tussen fiets en auto. Als je kijkt naar aanschafkosten, verbruik, onderhoud en bijkomende kosten, zijn de verschillen enorm.
Hoeveel tijd van leven besteed je aan je autobezit?
Nu halen we er wat meer cijfers bij. Allereerst hebben we inkomensgegevens nodig. Van het CBS halen we de cijfers over modaal inkomen (1877,- per maand) en het gemiddelde inkomen (1180.- per maand, inclusief arbeidsongeschikten, gepensioneerden en studenten). We doen een voorzichtige schatting en kiezen een inkomen van 1500,- per maand bij een werkweek van 36 uur. Welk deel van dat inkomen gaat naar aanschaf, verbruik en onderhoud van het voertuig?
Voor de auto gebruiken we cijfers van de consumentenbond (prijspeil 2016), ze kijken naar vaste kosten (afschrijvingskosten, rentekosten, verzekeringspremie en motorrijtuigenbelasting) en de variabele kosten (brandstof, onderhoud en reparaties en banden). We pakken weer even een gemiddelde: de ‘compacte klasse’ auto kost per maand (vast + variabel) 490,- euro, dat is 5880,- euro per jaar. Om de gemiddelde auto met een gemiddeld inkomen te kunnen betalen werk je 612 uur. Dat is bij een werkweek van 36 uur maar liefst 17 weken per jaar, of – anders uitgedrukt – tussen de 30% en 40% van je werkuren zijn voor de auto.
En de fiets dan?
Fietsen zijn natuurlijk ook niet gratis en ze zijn vooral minder snel. Ben je dan beter of slechter af? De gemiddelde prijs van een fiets in Nederland ligt rond de 850 euro. Maar als je wat meer kilometers gaat fietsen, ben je met een robuuster model wel beter af. We kijken niet naar de e-bikes, het wordt gewoon lekker trappen. Dus wij gaan uit van een fiets van 1000 euro en die gaan we ook nog eens heel pessimistisch in 3 jaar afschrijven. Bovendien moet je wat geld uitgeven aan onderhoud en regenkleding (komen we nog op terug) en zo komen we totaal per jaar op 558,33 euro. Daar hoef je maar 58 uur voor te werken, binnen twee weken ben je klaar. Alleen de reistijd wordt langer… .
En het OV dan?
Het OV staat niet bekend als goedkoop noch als snel. Wat gebeurt er als we het OV meenemen in de vergelijking? We doen weer een hele voorzichtige schatting. We gaan niet uit van kortingskaarten, snelle trajecten of andere voordelen. Het gewone 2de klas tarief voor 36 kilometer bedraagt ongeveer 6,20 euro. Dat kost je dus 2263,- euro per jaar. En daar moet de gemiddelde Nederlander 235 uur voor werken. De reistijd is iets langer dan met de auto, zeker als je een overstap in de reis hebt zitten. We pakken even als voorbeeld de rit van Castricum naar Diemen, met een overstap op Amsterdam CS, die rit duurt precies een uur. Bovendien woon of werk je niet pal naast het station, dus we rekenen nog 10% extra tijd voor- en natransport. Het OV komt in dit voorbeeld tussen de auto en de fiets, met 402 uur reistijd voor 13.000 kilometer. Omdat het OV duurder is dan de fiets, moet je er ook meer uur voor werken: 272 uur totaal. Toch behoorlijk minder dan voor een auto.
Alles in één overzicht
13000 kilometer per jaar | Auto | Fiets | OV |
Kosten per jaar | € 5.880,00 | € 558,33 | € 2.263,00 |
Reistijd (uur) | 325 | 650 | 402 |
Onderhoud | 50 | 10 | 2 |
Werken voor kosten (uur) | 612 | 58 | 272 |
Jaarlijkse uren | 987 | 718 | 676 |
Het verschil tussen auto en fiets is 269 uur per jaar. Dat is ruim zeven weken extra vakantie, een deeltijdbaan of – dat kan natuurlijk ook – meer inkomen. Het OV kent nog meer voordeel: ruim 8 en een halve week extra vakantie.
Ja, maar …
Wat kun je nu met deze nieuwe inzichten? Het eerste onrustige gevoel is: “ik doe mijn auto niet weg, want …”. En daaruit ontstaan wat mogelijke tegenwerpingen, die we hier zullen behandelen:
De vertraging
Het Openbaar Vervoer kent een rijke cultuur van klachten over vertragingen. Maar de automobilist heeft natuurlijk haar eigen fileleed en het wordt ook steeds drukken; 9 van de 10 drukste dagen vallen na het jaar 2000. Vertragingen, lekke fietsbanden en fileleed zouden natuurlijk nog nader onderzocht kunnen worden. Een bescheiden aanname van ons is dat hier niet het grootste verschil zit in de besteding van levensuren.
Het weer
Van fietsen word je nat, dat is waar, maar alleen als het regent. En ondanks de mooie quote “slecht weer bestaat niet, slechte kleding wél”, willen we dit niet bagatelliseren. Maar hoe slecht is het weer feitelijk in Nederland? Volgens Weer Online: Nederland telt meer dagen met weinig of geen regen dan dagen met veel regen. Het regent in ons land gemiddeld acht procent van de tijd. In de winter valt langduriger neerslag dan in de zomer maar in de zomer valt er meer in korte tijd. Dat betekent dat je in 92% van de tijd droog met de fiets zou kunnen en voor die 8% van de tijd dat het regent is een goed regenpak wel aan te bevelen.
Fietsers stoten ook CO2 uit
De auto riidt in Nederland in 99.84% van de gevallen op fossiele brandstof (eind 2016 reden er 13.105 volledig elektrische auto’s van de 8.1 miljoen in totaal). Hiermee wordt CO2 en andere broeikasgassen uitgestoten. Met enige regelmaat wordt geroepen dat fietsers ook CO2 uitstoten. Dat is gelukkig ook waar, want zonder ademhalen blijkt het lastig fietsen. Als fietser stoot je daarbij zo’n 26 tot 40 keer minder CO2 uit dan een automobilist. Het OV kent een wat wisselend beeld. Daarbij ligt er aan hoe vol een trein of bus zit en op welke brandstof er wordt gereden. In de spits reis je zeker met minder uitstoot van CO2 dan met een auto.
Als je zo veel fiets moet je ook meer eten
Een van de problemen in Nederland is dat we gemiddeld te dik zijn en steeds dikker worden. Je kunt zeggen dat we de energie die we nodig hebben om te fietsen nu al eten. Nog meer eten om te kunnen fietsen is zeker niet nodig, sterker nog, je eet hetzelfde en wordt weer lekker fit.
Ik bepaal zelf wel hoe ik fit blijf
Reizen met de auto is meestal niet de beste manier om conditie op te bouwen. Met een paar uur fietsen in de week bereik je snel een gezondere BMI, een betere gezondheid en je komt fit en fris aan op je werk. Met de auto zul je die beweging op een ander moment moeten ‘inhalen’, dat kost weer extra tijd van leven. En als fietser bespaar je ook nog het abonnement van de sportschool, toch al snel een paar honderd euro per jaar die je niet hoeft te verdienen. En dat levert je nog meer levensuren op. Reis je met het OV, dan moet je misschien tijdens de overstap wel eens een sprintje trekken, maar echt groot verschil met de auto is er niet. Er is wel een ander voordeel als je met het OV reist…
In de auto kom ik even tot rust of bereid ik de dag voor
Dat mag, rust is goed. Op de fiets kun je overigen ook prima je gedachten op een rijtje zetten. Activiteit maakt je hersenen zelfs gezonder. Maar ook als je liever aan de slag wil gaan kun je in de auto al de werkdag hooguit beginnen met wat telefoontjes. Veilig is het niet, maar je doet vast iets nuttigs. In het OV hoef je niet op de omgeving te letten en kun je op een laptop of smartphone vast aan de slag met je mail of documenten. Je komt goed voorbereid aan op het werk en wellicht kun je ook wat eerder naar huis, de laatste zaken kun je in de trein afronden. Maar gewoon een krantje of roman lezen mag natuurlijk ook.
Combineren, delen en samen reizen
Als je met meer mensen in een auto gaat reizen, deel je veel kosten en is de milieu-impact relatief kleiner. Dat is waar en dat is dus een echte aanrader, sterker nog: combineren, delen en samen reizen is wat ons betreft ook de beste optie. Combineer je OV met (OV-) fiets voor die plekken in Nederland die wat lastiger te bereiken zijn met het OV. Of je gebruikt met meerdere mensen één auto. Autodelen is een goede manier van kosten delen (en dus meer levensuren creëren). Kijk maar eens op de site van Mywheels of Snappcar. Op deelauto.nl vind je zelfs een goede vergelijking wat in jouw situatie het meest gunstig is.
Het bijzondere is dat als je langer gaat rekenen de auto minder slim is vanuit milieu alsmede voor het beter indelen van je levensuren. Dat is natuurlijk voor iedere situatie verschillend. De cijfers die wij gebruiken zijn gemiddelden. Denk je dat jij vaak harder dan 40 kilometer per uur kunt rijden? Misschien is dat wel zo. En is jouw auto duurder, of juist goedkoper? Hoe hoog is je inkomen? Wij zijn er in de berekening vanuit gegaan dat je nog een fiets moet kopen, terwijl je er waarschijnlijk gewoon één in de schuur hebt staan. Kortom: reken het eens na en maak daarna de keuze die het beste bij jou past. Een Grote Transitie bestaat ook uit veel kleine transities. En misschien maakt dit artikel het voor jou makkelijker om te kiezen voor een duurzaam alternatief? Of bedenk je eerst eens met wie jij jouw auto kunt gaan delen?
Dit artikel is geschreven door Arie Meijboom en Maarten Nijman