Jan Rotmans, hoogleraar transitiekunde aan de Erasmus universiteit en oprichter van Urgenda en DRIFT, is ambassadeur voor De Grote Transitie voor het thema Energietransitie. De stelling bij dat thema luidt:
Investeer in de noodzakelijke energietransitie en schakel binnen twintig jaar over naar 100% hernieuwbare energie
Professor Rotmans, hoe ziet u de transitie van fossiele naar duurzame energie?
De transitie van fossiele naar hernieuwbare energie is eigenlijk een omschakeling naar een ander soort economie, waarin we niet meer uitgaan van het centraal produceren en leveren van fossiele energie, maar van de decentrale productie en levering van duurzame of hernieuwbare energie. Dat betekent eigenlijk een heel andere infrastructuur; een heel andere wijze van opwekken.
De energietransitie is eigenlijk primair een machtsstrijd, omdat er een heel dominant fossiel energieregime is. De opkomende macht van duurzame en decentrale energieopwekking staat te springen om de macht over te nemen. Maar de bestaande macht heeft alle machtsmiddelen in handen. Kijk bijvoorbeeld naar de infrastructuur: deze is helemaal ingericht op fossiele energie. Dit geldt ook voor subsidies, die in Nederland, maar ook wereldwijd, grotendeels naar fossiele energie gaan. Kijk je naar de kennisontwikkeling, dan zie je dat ook die voor het overgrote deel fossielgericht is. Dus alle wegwijzers staan richting fossiele energie. Dat betekent dat er de komende tientallen jaren een enorme machtswisseling moet plaatsvinden. Dat gaat zowel over de ‘hardware’ als over de ‘software’.
Waarom is de energietransitie zo urgent?
De energietransitie is urgenter dan ooit, omdat we eigenlijk al dertig jaar bezig zijn met heel weinig resultaat, zeker in Nederland. Wij hebben in dertig jaar tijd een paar procent meer duurzame energie opgewekt, op het totaal bekeken. Dat is natuurlijk ontstellend weinig. Het moet sneller! Eigenlijk kunnen we alles al, omdat het toch primair draait om de zon, wind en biomassa. Als we alleen al kijken naar een probleem als klimaatverandering, waar ik dertig jaar geleden aan begon te werken, dan zie je dat er nu zo veel meer kennis beschikbaar is over klimaatverandering dan toen. En dat alleen al legitimeert de transitie naar duurzame energie. Als we daar nog langer dan twintig jaar over doen, komen we op een heel riskant terrein uit: gevaarlijke en onomkeerbare klimaatverandering. Dat moeten we echt niet willen.
In uw boek Verandering van tijdperk. Nederland kantelt geeft u aan dat Nederland achterblijft. Hoe kunnen we Nederland sneller laten kantelen?
We moeten alle energie die er in Nederland is – overdrachtelijk gesproken – mobiliseren. In honderden gemeenten, steden en dorpen vinden tal van initiatieven plaats. Maar het telt nog niet op tot iets groters. Heel veel mensen willen wel meedoen, maar weten niet goed hoe. Dus we moeten in ieder geval zorgen dat er zo veel mogelijk mensen mee gaan doen door het verhaal beter te vertellen, wat de voordelen van duurzame energie zijn, individueel maar ook globaal. We moeten wat wetten en regels gaan veranderen, die nog in de weg zitten, die wegwijzen richting fossiele energie, om te zorgen dat die transitie naar duurzame energie sneller verloopt. En we moeten meer verbinden en stimuleren, onderzoeken wat er al loopt. Uiteindelijk moet het toch vanuit de positieve prikkels komen. Er zullen dan gemeenten in 15 tot 20 jaar energieneutraal worden. En er zijn al heel wat plannen en er lopen heel veel projecten. Voor het overgrote deel is het een organisatorisch vraagstuk.
Kan een beweging van onderop de transitie leiden?
De politiek heeft zich onmachtig getoond in het leiden van de energietransitie. Daarom zijn mensen, zoals ik, druk bezig met het ontwikkelen van die maatschappelijke beweging om die transitie te versnellen. Dat kun je ook instrumenteel zien: als er meer druk komt vanuit de samenleving, wordt de politiek wel gedwongen om die transitie sneller in te zetten. Dat is anders dan vijftien jaar geleden. Men ziet ook de urgentie omdat men niet nog afhankelijker wil worden van bijvoorbeeld Poetins Rusland. De geopolitieke dimensie zet er dus meer druk op. Langzamerhand kunnen we zeggen dat er wel een paar honderdduizend mensen zijn in Nederland die deel uit maken van die energietransitie. Dat zijn mensen die al lang bezig zijn met hun eigen huis energiezuinig te maken door bijvoorbeeld zonnepanelen te nemen, of in een energiecoöperatie deel te nemen. Op allerlei manieren zijn ze al bezig. Wij moeten eigenlijk zorgen dat die beweging snel veel groter wordt om nog meer druk uit te oefenen op de politiek.
Wat is de rol van de politiek in de transitie?
Pakweg 30 tot 40% van de opgave zit in de gebouwde omgeving: in woningen, kantoren, ziekenhuizen en winkelcentra. Die moeten we snel energieneutraal maken. We weten hoe dat technisch gerealiseerd kan worden! We moeten de industrie laten omschakelen naar groene grondstoffen. Daarbij is de overheid onmisbaar. Er zijn genoeg publieke en private partijen die er al mee bezig zijn, het moet alleen sneller. De industriële omschakeling gaat namelijk te traag. Aan de ene kant wordt er lang niet genoeg ingezet op energiebesparing, aan de andere kant is er ook onvoldoende vergroening van het productieproces. De omschakeling van olie als basisgrondstof naar biomassa moet nog voor het overgrote deel plaats vinden. De overheid heeft daar een sleutel in handen, omdat ze bijvoorbeeld fiscaal bedrijven kan stimuleren om over te schakelen op tweede, derde generatie biomassa en aan de andere kant maatregelen kan nemen om bedrijven die dat niet doen, te straffen. De overheid speelt ook een cruciale rol bij het aanleggen van een decentrale infrastructuur. Als we echt naar die slimme netwerkstructuur willen, moeten ze veel meer geld gaan steken in de decentrale infrastructuur, en de centrale opwekkingsstructuren loslaten. Wat mij betreft worden we onafhankelijk van gas door zo veel mogelijk bestaande woningen en gebouwen los te koppelen van de gasinfrastructuur.
Heeft u nog tips voor De Grote Transitie?
Richt je niet alleen op de overheid en politiek Den Haag. Richt je juist op de samenleving, want er is al ontzettend veel gebeurd de afgelopen jaren. Er zijn al heel veel mensen gemobiliseerd. Het gaat er nu om dat we elkaar die positieve inspirerende verhalen laten vertellen. We zijn als Urgenda bijvoorbeeld van plan om dat verhaal in Friesland dorp voor dorp te gaan vertellen en zorgen dat ze stuk voor stuk energieneutraal worden. Ik zie niet zo veel in de topdown-plannen. Ik zie wel veel in een overheid die richting geeft en ook ruimte biedt. Richt je dus hier meer op die samenleving, want die is langzamerhand rijp om de transitie te versnellen.