5. Beter meten (2015)

Deel dit met je vrienden

In 2015 schreef Jan Juffermans van het platformDSE de tekst voor dit thema (met een update in 2018).

Stel je voor: een vliegtuig met alleen een snelheidsmeter in de cockpit. Dat kan niet lang goed gaan. Daarom wordt er gevlogen met een dashboard waarop bijvoorbeeld ook een hoogtemeter zit en een indicator van de hoeveelheid brandstof aan boord. Voor het sturen van onze economie en welvaart is ook een dashboard nodig, want nu staren velen zich nog blind op de groei van het Bruto Binnenlands Product (BBP), de nationale snelheidsmeter. Geen wonder dat het dus niet goed gaat met onze economie, onze gezamenlijke huishouding.

De groei van het BBP is een misleidende manier van meten, onder meer omdat de financiële gevolgen van allerlei schade zelfs positief meetelt. Zo groeit het BBP door auto- en vliegtuigongelukken, door bijvoorbeeld het schoonmaken van verontreinigd water, door verwoestende overstromingen, stormen, droogte of te veel regenval waardoor oogsten mislukken. Ook zegt het BBP en de groei daarvan niets over de kwaliteit van bijvoorbeeld onderwijs of zorg. En over de enorme verschillen in koopkracht en vermogen, die een grote negatieve invloed hebben op welvaart en welzijn. Ook de waarde van huishoudelijk werk en vrijwilligerswerk telt in het BBP niet mee. Maar als we een zachte winter hebben, dan daalt nota bene het BBP omdat we weinig gas hebben verstookt. Desondanks blijven veel economen en politici nog hardnekkig vasthouden aan de groei van het BBP als het instrument voor het meten van welvaart en staat dit aan de basis van vrijwel al het nationale en Europese beleid. Hun motto is helaas nog steeds: hoe meer groei, hoe beter! Het maakt blijkbaar niet uit waar die groei vandaan komt.

Goede indicatoren beschikbaar

Voor het werken aan een duurzame en solidaire economie is een dashboard met meer en betere indicatoren hard nodig. Het Platform Duurzame en Solidaire Economie maakte er een publicatie over; zie onder ‘Meer weten’. Er zijn de laatste decennia diverse goede indicatoren ontwikkeld, zoals bijvoorbeeld de Human Development Index (HDI), de Index of Sustainable Economic Welfare (ISEW), het milieu-Duurzaam Nationaal Inkomen (mDNI), de Happy Planet Index (HPI) en de mondiale Ecological Footprint (EF). Met die EF kun je cruciale aspecten van duurzaamheid en mondiale verdeling meten. Je kunt (fossiele) energie- en ruimtegebruik van landen, steden en personen ermee vergelijken. Bovendien kunnen bedrijven en instellingen er goed mee uit de voeten om producten en diensten te meten. Analoog aan de Ecological Footprint werd de Water Footprint ontwikkeld, waarmee de liters watergebruik in de hele keten worden gemeten. Al deze indexen en indicatoren kunnen, zowel (inter)nationaal als lokaal, behulpzaam zijn bij het vaststellen van effectief beleid dat gericht is op duurzaamheid en solidariteit.

De monitoring van mondiale voorraden aan hulpbronnen, alsook de verdeling ervan, is door de groei van de wereldbevolking én van de consumptie hoogst actueel en een kwestie van mensenrechten geworden. Hoe gaan we om met het recht op een Eerlijk Aarde-aandeel (Fair Earth Share) nu de tekorten groeien aan diverse grondstoffen en landbouwgrond?

Het goede voorbeeld: de MEV+

Internationaal werkt men steeds vaker met een set van meer welvaartsindicatoren. De EU startte in 2007 met het project ‘Beyond GDP’ om duidelijk te maken dat we meer moeten meten dan het BBP. Ook de Nederlandse regering heeft aangekondigd meer indicatoren te willen gebruiken. Het is te hopen dat dit spoedig ook effectief gebeurt. Belangrijk is natuurlijk dat de regering met die nieuwe indicatoren dan ook ander beleid ontwikkelt. Voor de ontwikkeling van het Nederlandse economisch beleid brengt het CPB nu nog jaarlijkse de Macro Economische Verkenning (MEV) uit. Die beschrijft alleen de stand van zaken van de financiële economie en de gevolgen voor het beleid. Het is belangrijk die stand van zaken ook af te meten aan sociale en ecologische gevolgen van de financiële economie. Zodra de MEV ook die ecologische en sociale aspecten goed weergeeft, kan het model in het voorgestelde beleid de verbetering van die aspecten goed meenemen. Zo kunnen we van de eenzijdige fixatie op groei en het BBP af komen. Als voorbeeld en ter inspiratie heeft het Platform Duurzame en Solidaire Economie een MEV met de dashboard-benadering gepubliceerd, de MEV+ 2013, en aangeboden aan de Tweede Kamer. De debatten erover hebben tot nu toe echter nog niet het gewenste resultaat opgeleverd.

Lancering in 2015

In 2012 is het Platform Duurzame en Solidaire Economie gestart met het schrijven van een 10-punten plan. De dwang om economisch alsmaar te groeien, een beperkt begrip van wat echte welvaart is; het zijn dezelfde krachten die achter de aanhoudende economische, sociale en ecologische problemen schuilgaan. Door die verwevenheid kunnen die problemen alleen in samenhang met elkaar worden aangepakt. Zo kan een ontspannen samenleving niet worden bereikt zonder herverdeling van werk en dat is alleen mogelijk als belasting verschuift: minder op arbeid, meer op vervuiling, gebruik van grondstoffen, winst en vermogen. Daardoor wordt de energietransitie vanzelf aantrekkelijker en komt ook de circulaire economie in zicht. Alleen als de economie weer in balans is met de Aarde, dienstbaar wordt aan de samenleving en de ongelijkheid afneemt, kan vertrouwen het winnen van de angst voor verandering. 


Deel dit met je vrienden